Opmerking: De functie "Randoptimalisatie" is beschikbaar vanaf softwareversie (7.9.4). Neem contact op met je STIHL dealer voor een software-update.

Berijdbaar gebied

De begrenzingsdraad kan zonder tussenruimte worden gelegd langs oppervlakken waarop kan worden gereden, zoals terrassen, geplaveide paden en graskantstenen of -platen. Een kleine tussenruimte tussen de begrenzingsdraad en het oppervlak waarop kan worden gereden, maakt maaien tot aan de rand mogelijk. De begrenzingsdraad wordt zonder tussenruimte parallel aan het begraasbare oppervlak gelegd.

Het berijdbare gedeelte (bijv. gazonrandsteen) moet minstens 24 cm vrij berijdbaar zijn. Bovendien mag het maximale hoogteverschil tussen het gazon en het obstakel niet meer dan 1,5 cm bedragen.

Een manier om vervolgens dichter bij de rand te maaien op plekken met begaanbare obstakels is door de instelling voor "Manoeuvreergedrag" aan te passen in de MY iMOW® app. Deze instelling is te vinden onder "Systeem" > "Maaien" > "Overschrijding van de begrenzingsdraad". Met deze instelling bepaal je hoe ver de iMOW® over de grensdraad moet gaan, zodat de rand verder gemaaid kan worden. We wijzen erop dat de standaardinstelling gebaseerd is op de draadafstand van de iMOW® Ruler en dat een grotere overschrijding van de begrenzingsdraad in de hele tuin moet worden gecontroleerd op mogelijke complicaties.
 

Niet-berijdbare en hoge hindernissen

Bij niet-overrijdbare en hoge obstakels, zoals muren, hoge terrassen, enz., wordt de robotmaaier zo geïnstalleerd dat hij zo dicht mogelijk, maar betrouwbaar, langs de rand rijdt. De iMOW® Ruler moet worden gebruikt om de afstand te meten, zodat de begrenzingsdraad op de juiste afstand van de rand van het gazon en obstakels wordt gelegd. De begrenzingsdraad wordt geïnstalleerd op een afstand van 37 cm (lengte: 1x iMOW® liniaal), parallel gelegd aan het niet berijdbare oppervlak.

De breedte van de ongemaaide rand wordt grotendeels bepaald door de omstandigheden in de tuin: Als de iMOW® robotmaaier buiten het gazongebied kan rijden, bijvoorbeeld omdat vlakke terrasplaten of graskantstenen (min. a = 24 cm) het gazongebied begrenzen, blijft er geen ongemaaide rand over.

Als het gazon daarentegen grenst aan vaste, rechtopstaande objecten zoals een muur, laten de iMOW® modellen een ongemaaide randstrook van ongeveer 24 cm achter. Deze strook kan worden gebruikt om bloemenzaden in te zaaien, bijvoorbeeld om een bloeiende zone voor insecten te creëren.

Houd rekening met de volgende extra afstanden bij het leggen van de grensdraad:

• Voor berijdbare oppervlakken (bv. voetpaden, terrassen op de begane grond): 0 cm
• Voor rijstroken: 15 cm
• Voor hoge obstakels (bijv. muren, bomen): 37 cm
• Minimale afstand tussen draden in knelpunten: 37 cm
• Voor wateroppervlakken en potentiële valpunten (randen, richels): 100 cm

Passeerbare obstakels

De begrenzingsdraad kan zonder tussenruimte worden gelegd langs oppervlakken waarop kan worden gereden, zoals terrassen, tegelpaden en graskantstenen of -platen. Een kleine tussenruimte tussen de begrenzingsdraad en het oppervlak waarop kan worden gereden, maakt maaien tot aan de rand mogelijk. De begrenzingsdraad wordt zonder tussenruimte parallel aan het begraasbare oppervlak gelegd.
Het berijdbare gedeelte (bijv. gazonrandsteen) moet minstens 26 cm vrij berijdbaar zijn. Bovendien mag het maximale hoogteverschil tussen het gazon en het obstakel niet meer dan 1 cm bedragen.

Hoge en onbegaanbare obstakels

Bij niet-overrijdbare en hoge obstakels, zoals muren, hoge terrassen, enz., wordt de robotmaaier zo geïnstalleerd dat hij zo dicht mogelijk, maar betrouwbaar, langs de rand rijdt. De iMOW® Ruler moet worden gebruikt om de afstand te meten, zodat de begrenzingsdraad op de juiste afstand van de rand van het gazon en obstakels wordt gelegd.
Door de grotere afstand (28 cm met de iMOW® RMI 422, iMOW® RMI 522 C en 33 cm met de iMOW® RMI 632) rijdt de robotmaaier langs de grensdraad zonder het obstakel te raken.

De breedte van de ongemaaide rand wordt grotendeels bepaald door de omstandigheden in de tuin: Als de iMOW® robotmaaier voorbij het gazon kan rijden, bijvoorbeeld omdat vlakke terrasplaten of graskantstenen (min. a = 26 cm) het gazon begrenzen, blijft er geen ongemaaide rand over.

Als het gazon daarentegen grenst aan vaste, rechtopstaande objecten zoals een muur, laten de iMOW® modellen een ongemaaide randstrook van ca. 26 cm achter. Deze strook kan worden gebruikt om bloemenzaden in te zaaien, bijvoorbeeld om een bloeiplaats voor insecten te creëren.

Houd rekening met de volgende extra afstanden bij het leggen van de grensdraad:

• Voor oppervlakken waarop gereden kan worden (bijv. Stoepen, terrassen op de begane grond): 0 cm
• Bij doorgangen: 22 cm voor de iMOW® RMI 422, iMOW® RMI 522 C en 27 cm voor de iMOW® RMI 632.
• Voor hoge obstakels (bijv. muren, bomen): 28 cm voor de iMOW® RMI 422, iMOW® RMI 522 C en 33 cm voor de iMOW® RMI 632.
• Minimale afstand tussen draden op smalle punten: 44 cm voor de iMOW® RMI 422, iMOW® RMI 522 C en 54 cm voor de iMOW® RMI 632.
• Voor wateroppervlakken en potentiële valpunten (randen, richels): 100 cm