Met de iMOW® modellen is zonebeheer gekoppeld aan het instellen van startpunten. Er moet eerst een startpunt worden gedefinieerd voor het aanmaken van maaizones. De functie voor het inrichten van startpunten is te vinden onder "Systeem" > "Maaien" > "Startpunten instellen".

Startpunten instellen

Door startpunten op de geleidingsdraden in te stellen, kan de iMOW® naar verschillende maaizones worden gestuurd. Er is een wizard om de startpunten in te stellen. Op elke geleidingsdraad kunnen drie mogelijke startpunten worden gedefinieerd. Dit betekent dat er maximaal 9 mogelijke startpunten kunnen worden gedefinieerd met drie geleidingsdraden.
Er moet echter worden opgemerkt dat er vaak niet zoveel startpunten nodig zijn. Startpunten zijn alleen nodig voor zeer complexe tuinen. Test eerst hoe de iMOW® overweg kan met geen of weinig startpunten en verhoog het aantal naar behoefte. Dit voorkomt de vorming van sporen.

Maaizones beheren

Zodra je een of meer startpunten hebt gedefinieerd, kunt je maaizones definiëren. je vindt het zonebeheer in de app MY iMOW® onder "Systeem" > "Maaien" > "Maaizones beheren".

Op dit punt kan de "startrichting" van het maaiproces worden ingesteld op het respectieve startpunt. Als de "Startrichting" is ingesteld op Standaardinstellingen, beslist de iMOW® willekeurig aan welke kant hij begint te maaien. De "Frequentie" kan ook worden ingesteld. Dit maakt het mogelijk om een percentage van de maaibeurten toe te wijzen aan de respectieve startpunten. Het aandeel van de maaibeurten dat begint bij het hoofdmaaivlak, d.w.z. bij het dockingstation, wordt altijd verminderd. 

Voor de iMOW® RMI C-modellen is zonebeheer beschikbaar in de vorm van een selecteerbare gewenste zone. Deze gewenste zone kan worden gedefinieerd met de iMOW® app. De GPS-ontvanger van het mobiele apparaat wordt gebruikt om het middelpunt van de gewenste zone te bepalen en een straal rond deze coördinaat te definiëren.

De iMOW® robotmaaier rijdt langs de grensdraad naar de gewenste zone en maait daar het gazon. Daarbij moet de radius zo groot worden gekozen, dat de gewenste zone en de begrenzingsdraad elkaar overlappen. Klik op het "+"-symbool om de gewenste zone te definiëren. Een gewenste zone is slechts eenmaal actief voor de gewenste maaiduur.

De noodzakelijke voorwaarden voor het goed functioneren van de gewenste zone zijn:

• GPS-ontvangst en internetverbinding van het mobiele apparaat en de iMOW® RMI
• De buitenste rand van de gewenste zone moet de perimeterdraad overlappen zodat de iMOW® RMI de gewenste zone kan vinden.

De gewenste zone wordt altijd volgens dezelfde procedure benaderd, ongeacht de huidige status van de iMOW® (uitzondering: De batterij is ontladen*):

• Het apparaat onderbreekt de huidige activiteit (bijv. maaien, opladen, randmaaien, naar huis rijden).
  • Als je iMOW® RMI in het dockingstation staat, beweegt het langs de rand van het gazon met het mes uitgeschakeld totdat de iMOW® RMI de gewenste zone bereikt.
  • Als je iMOW® RMI niet in het dockingstation staat, schakelt hij het mes uit, beweegt hij naar de rand van het gazon en langs de rand totdat de iMOW® RMI de gewenste zone bereikt.

• Wanneer de gewenste zone is bereikt, draait de iMOW® RMI totdat deze naar het midden van de gewenste zone wijst en begint te maaien. Het apparaat maait rechtdoor tot de virtuele grens of de perimeterdraad is bereikt en lijnt zich dan weer uit met het middelpunt.  

• Wanneer de ingestelde eindtijd is bereikt, keert de maaier terug naar het dockingstation. Als de eindtijd van de gewenste zone binnen een actieve tijd valt en de batterij niet volledig ontladen is na het maaien van de gewenste zone, maait de iMOW® RMI het gazon in automatische modus.

*Als de batterij leeg is, wordt de gewenste zone alleen bereikt als de batterij volledig is opgeladen en de eindtijd van de gewenste zone nog niet is bereikt.